De oorsprong van de vrijmetselarij leidt naar de ambachtelijke verenigingen van steenhouwers en andere geschoolde arbeiders die zich bezig hielden met de bouw, met name van kathedralen. Deze verenigingen kenden leerlingen, gezellen en meesters. Deze benamingen worden nog steeds in de huidige vrijmetselarij gebruikt waaronder de graden waarin men word ingewijd: de eerste graad is die van leerling, de tweede graad gezel en de derde graad die van meester vrijmetselaar.
De huidige vrijmetselaars zou je dan ook kunnen zien als 'spirituele bouwvakkers', naar het voorbeeld van de vroegere kathedralenbouwers.
Weinigen weten dat vrijmetselarij ook door mannen en vrouwen gezamenlijk kan worden beoefend. Dat gebeurt in zogenaamde 'gemengde' loges. Deze zijn al in 1893 opgericht in Parijs. Sinds die tijd zijn er in 60 landen binnen en buiten Europa groeperingen van Vrijmetselaren in deze gemengde orde opgericht. Desondanks is er over de Vrijmetselarij, en de gemengde vrijmetselarij in het bijzonder, weinig bekend. En als er dan iets over wordt gepubliceerd, is het vaak omgeven met een waas van geheimzinnigheid.
Hopelijk neemt deze weblog die geheimzinnigheid enigszins weg, door uit te leggen waarom in deze jachtige tijd de vrijmetselarij de behoefte aan geestelijke verdieping kan ondersteunen.
Op een bepaald moment hebben mensen behoefte aan handvatten om de steeds complexer wordende wereld om hen heen te begrijpen. Wellicht met de alles omvattende vraag: 'waartoe zijn we eigenlijk op aarde'. Het is moeilijk aan niet-vrijmetselaars uit te leggen wat de Vrijmetselarij voor haar leden betekent. Dat is iets wat men moet ervaren. Wel kan gesteld worden dat vrijmetselaars per definitie individualisten zijn en iedereen het op zijn eigen unieke wijze ervaart. Toch is er sprake van broederschap (waarbij dit begrip voor zowel mannen als vrouwen wordt gehanteerd). Binnen deze broederschap respecteert men elkaars opvattingen. Dogma's kent men niet en een ieder streeft naar een aanvaardbare waarheid waarbij men respect toont voor de opvattingen van de ander.
Iedereen die 'vrij is en van goede naam' kan toetreden lot de Vrijmetselarij. Deze wat 'ouderwetse' uitdrukking wil zeggen dat men zich houdt aan de regels van het maatschappelijk bestel en dat men het democratisch gekozen gezag respecteert. Godsdienstige overtuiging, ras, stand of nationaliteit spelen geen rol.
Wie tot de Vrijmetselarij toetreedt, vindt daar een soort van 'levensschool, een broederschap van vrouwen en mannen, die hun leven geestelijk willen verrijken tot nut van zichzelf en de samenleving; zij streven naar een betere wereld, universele broederschap en liefde voor de medemens.
Dit draagt allemaal bij tot een betere zelfkennis en dus ook tot het worden van een beter mens (niet beter dan een ander, maar beter dan hij/zij zelf was), en mens die zijn bijdrage kan leveren aan een betere samenleving.
Algemeen beschouwd kan het omschreven worden als een wens in het kader van "verbeter de wereld, begin bij jezelf".
Wat je leert in de Loge draag je mee in je persoonlijk leven. Zo kun je werken aan een betere samenleving.
Bij dit streven naar geestelijke verdieping wordt gebruik gemaakt van symbolen. Deze symbolen, in de vorm van werktuigen, zorgen ervoor dat er een gezamenlijk beeld ontstaat dat weer ruimte biedt voor individuele interpretatie.
Deze symbolen zijn merendeels uit de bouwwereld afkomstig of gerelateerd aan het licht.
De Vrijmetselarij is zeker geen religie. Veel vrijmetselaars geloven wel in een hogere macht, maar dit is geen vereiste. Elk lid kan zijn eigen interpretatie geven aan de symbolen en rituelen (met rituelen worden de ceremonievorm met de daarbij horende teksten bedoeld).
Op regelmatige basis komen vrijmetselaren bij elkaar in een zogenaamde loge. Met 'loge' wordt bedoeld het gebouw of de ruimte waar vrijmetselaars samenkomen.
Dit is afgeleid van de Engelse bouwloodsen, 'lodges' genaamd. Bij grote bouwwerken, vaak kathedralen, werden hier onder toezicht van de 'Master Mason' de leerlingen door de gezellen opgeleid.
De loge was niet alleen een praktische leerschool, maar ook een leefgemeenschap met een sterk ontwikkeld stelsel van normen en waarden.
De bijeenkomsten in de loge vinden plaats in twee ruimtes. De eerste wordt de Tempel genoemd:
foto by Paul Mellaart (klik
HIER voor vergroting)
Tijdens deze bijeenkomsten kleedt men zich feestelijk: de vrouwen veelal in wit/zwarte kleding, terwijl de mannen een donker pak of smoking dragen. Deze bijeenkomsten hebben een officieel karakter: er wordt bv. een nieuw lid wordt ingewijd, of een lid krijgt een hogere graad, maar ook een lezing door een van de leden of een speciale gastspreker.
Doordat in de Tempel vast-omschreven rituelen worden uitgevoerd, kunnen de leden zich concentreren op de betekenis en hun interpretatie ervan en alle dagelijkse beslommeringen even laten voor wat ze zijn. Zo worden door veel vrijmetselaars de bijeenkomsten in de Tempel ervaren als een verkwikkend geestelijk bad, waardoor men zelfs de lichamelijke vermoeidheid vergeet.
In een andere ruimte, de Voorhof; hier worden zaken van bestuurlijke en organisatorische aard besproken, bijvoorbeeld in een algemene ledenvergadering, of lezingen en discussies/comparities gehouden. Ook wordt hier de gezamenlijke maaltijd gehouden, het Broedermaal geheten. Dit volgt meestal na een bijeenkomst in de Tempel; het is een gezellig gebeuren dat de onderlinge verhoudingen bevordert en waar alle leden hun steentje aan bijdragen:
De gedekte tafel voor het Broedermaal in de Voorhof
(klik
HIER voor vergroting)
Samenvattend kun je stellen, dat de vrijmetselaar:
- de hoge waarde erkent van de menselijke persoonlijkheid, de gelijkwaardigheid van alle mensen, ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid en ieders verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten.
- zoekt wat mensen verbindt en tracht weg te nemen wat hen verdeelt.
- het leven ziet als een uniek bouwwerk van de mensheid, dat plaats biedt aan iedereen die streeft naar goede verhoudingen en harmonie in de maatschappij, zonder onderscheid naar ras, etnische achtergrond, stand, levensbeschouwing of godsdienst.
- bewust door het leven gaat, dat betekent voortdurend 'keuzes maken' en vooral naar jezelf kijken, jezelf leren kennen. Steeds toetsen hoe je in het leven staat, je bewust zijn van je verantwoordelijkheden naar jezelf en je omgeving. Het is ook een voortdurend zoeken naar een balans in je dagelijks leven.
- niet dogmatisch is en de ander vrij laat in diens overtuigingen. Hij heeft respect voor andere opvattingen en is op zoek naar meer en beter inzicht.
- verdraagzaamheid betracht en streeft naar harmonie. Mede daardoor kan de Loge een ontmoetingsplaats zijn voor mensen met uiteenlopende achtergronden. Al die mensen in de Loge zijn mensen die je anders waarschijnlijk nooit zou ontmoeten. Ook daar leer je van.
- steun geeft en hulp aan anderen waar mogelijk.
Zoals uit het vorenstaande moge blijken, is vrijmetselarij vooral een persoonlijke beleving en in die zin niet zo makkelijk in steekwoorden te bevatten.
Overigens, het beoefenen van de vrijmetselarij kan een leerschool voor het leven zijn, maar men is te allen tijde vrij om de vrijmetselarij weer te verlaten, ongeacht de reden.